Bhutan
Door: karin
Blijf op de hoogte en volg Karin
05 Maart 2010 | Bhutan, Thimphu
Nadat we eerst de gids niet konden vinden die onze visa had, zijn we alsnog de grens met India overgegaan. Vreemd om weer in een ander land te zijn.
Bhutan heeft ongeveer de grootte van NL maar heeft minder dan 700.000 inwoners en het land bestaat voor 72 % uit bos. Het is altijd erg afgesloten geweest en ook nu komen er slechts zo’n 25.000 toeristen per jaar. Bhutan wil voorkomen dat het een tweede Nepal wordt en dus is het lastig en duur om binnen te komen.
Meteen nadat we de grens over zijn, is er bijna complete rust; nauwelijks verkeer, nauwelijks mensen op straat en geen getoeter. De reis naar Thimpsu gaat bijna alleen over haarspeldbochten, er is bijna geen recht stukje weg. De eerste weg is overigens pas in 1962 aangelegd, tv en internet is er sinds 1999 en de eerste toeristen werden in 1974 toegelaten.
De hoofdstad doet surreëel aan; het is net een uitgestrekt dorp in een dal met in het midden een stadion waar we het geluk hadden dat er optredens waren voor de koning zijn 30e verjaardag. De koning is immens populair; zijn vader heeft 2 jaar geleden het land democratie gegeven, tegen de wil van het volk in. Zijn doelstelling was het geluk van de mensen. Nog steeds zijn er velen die de huidige koning als regeerder willen. Helaas kwam de koning niet op zijn eigen feestje opdagen maar werd het wel in Thimpsu gevierd en belandden wij in de beste club van de hoofdstad: het leek op een jeugdhonk met overal bankjes en stoelen maar wel live muziek. We werden erop gewezen dat we mazzel hadden want dat is er maar een paar keer per jaar!
Ook een festival meegemaakt ter ere van de vrede met Tibet. Het vond plaats bij een dzong; van oorsprong een soort vesting maar nu in gebruik als tempel en administratief centrum. Wij kwamen voor de processie maar het bleek dat er uren achter elkaar mannen langzaam de trap ronddraaiden, soms wat vuurwerk gooiden en uiteindelijk werd e in al deze uren 3x een rondje gelopen en iemand op een paard gezet. Kortom; het was het meest trage festival wat ik ooit heb meegemaakt maar de mensen zijn echt erg aardig en hebben hier hun mooiste kleren aan wat een heel kleurig geheel is. Bij de eigenlijke processie lopen de monniken naar de rivier waarna ze uiteindelijk sinaasappelen in het water gooien. Een aantal jongens zwemmen in de rivier om ze op te vangen want dat brengt geluk.
Ook de rest van het land is bergachtig met nooit een recht stuk weg en overal naaldbomen met af en toe een vallei waar wat groente of aardappelen worden verbouwd. Ze gaan nogal hypocriet met vlees om; de derde koning besloot jaren geleden dat hij niet meer ging jagen en verbood het doden van dieren onder het mom van het budhisme. De inwoners eten graag vlees maar de dieren mogen niet in Bhutan gedood worden. Ze mogen wel dieren eten die een natuurlijke dood sterven. Volgens mij sterven er een hele boel een natuurlijke dood…. Vlees wordt dus voornamelijk uit India ingevoerd, evenals veel groente en productiegoederen. 3 maanden per jaar mag er sowieso geen vlees verkocht worden waardoor deze maand alle slagers dicht zijn. Iedereen vriest het dus vantevoren in of droogt het.
Wat ook opvalt, is de enorme afhankelijkheid van andere landen en donoren en de weinige initiatieven die de inwoners zelf nemen; wegen worden aangelegd en gefinancierd door India, een brug bij een tempel ter waarde van 850.000 euro betaalt door Duitsland, voortdurend kom je bordjes tegen dat iets gefinancierd is door de een of ander en vraag je je af waarom zaken niet door mensen zelf opgepakt worden. Het lijkt er soms op dat donoren het een erg leuk cq bijzonder land vinden en de regering hier het wel makkelijk vindt dat alles betaalt en geregeld wordt. Het lijkt wel de lusten van ontwikkeling te willen maar niet de lasten daarvan. Ik ben benieuwd hoe het land er over 10 jaar uitziet.
Een paar keer hele mooie wandelingen gemaakt met als hoogtepunt de wandeling naar het Tiger’s Nest in Paro. Ik loop altijd erg langzaam een berg op maar ondanks dit vertelde de gids dat hij zijn persoonlijke record had verbroken. Hij leek vermoeider dan mij te zijn! Ik was er wel happy mee, we gaan er nu van uit dat we 200 meter per half uur naar boven kunnen lopen. De GPS die Rein had gekregen kwam goed van pas, kunnen we vast oefenen voor Santiago de Compostella.
Verder heel veel tempels en nietszeggende dorpjes gezien. Er valt niet veel te doen en ik had wat meer variatie in natuur verwacht en ruigere bergen zoals in Ladakh of Nepal. Het is een heel mooi land maar weinig spectaculair en heeeeel rustig. Het is leuk om een land te zien wat nog in ontwikkeling is en wat waarschijnlijk binnen een aantal jaren erg zal veranderen.
Nu zien we uit naar weer wat avondleven en lekker eten(hier eten ze graag rode pepers of andere groente met gezouten kaas) in Thailand voordat we naar Nederland vliegen.
Dus, tot gauw
Liefs Karin
ps foto's volgen nog, internet is hier heeeel traag
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley